Op scholen worden heel wat taken uitgevoerd die de school doen draaien, maar waar het schoolbestuur niet de juiste mensen voor vindt. Schoolbesturen kunnen profielen als informatici of boekhouders door wettelijke beperkingen geen aantrekkelijke arbeidscontracten aanbieden en hebben zo een aanzienlijk nadeel tegenover de privésector. Directeurs van basis-, secundaire en buitengewone scholen vragen minister Demir om dit op te lossen door een flexibeler personeelsbeleid mogelijk te maken.
Ann Vanbelleghem, administratief manager bij vzw Karel de Goede in Brugge, schetst het probleem: “Wij hebben nood aan juristen, fiscalisten, HR-managers, ingenieurs, milieucoördinatoren en communicatiedeskundigen. Maar door de regelgeving kunnen we hen enkel correct verlonen als ze een pedagogisch diploma hebben. Dat is absurd, want deze mensen zullen nooit voor de klas staan. Goede profielen uit de privé haken daarom af.” Karel de Goede is een scholengroep in en om Brugge met 25 basisscholen, 9 secundaire scholen en 1 internaat. Samen goed voor iets meer dan 12.000 leerlingen en 1.850 personeelsleden, de op een na grootste werkgever van Brugge.
“Een school is een flinke organisatie achter de schermen om het klasgebeuren zo goed mogelijk te laten verlopen. Om die machine te doen draaien is specifiek personeel nodig, maar scholen vissen door de wetgeving achter het net. Daar moeten we wat aan doen”, zegt Bruno Vanobbergen, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Op school komen heel wat taken kijken die lesgeven ondersteunen of opgelegd zijn door de overheid, de zogeheten “secundaire processen”. Onderwijs draait in de eerste plaats om lesgeven, maar achter elke klas staat een complexe organisatie. Scholen zijn tegelijk werkgever, bouwheer, eigenaar of huurder van gebouwen, uitbater van schoolrestaurants, organisator van uitstappen en beheerder van digitale netwerken. Ze sluiten verzekeringen af, voeren een preventiebeleid en zorgen voor een correcte boekhouding.
Daarvoor hebben scholen gespecialiseerde medewerkers nodig: ICT’ers, juristen, boekhouders, bouwkundigen of personeelsmedewerkers. Zij zorgen voor personeelsbeleid, financieel beheer, onderhoud van gebouwen en digitale netwerken, preventiebeleid, verzekeringen en heel wat meer. Grotere schoolbesturen brengen dit personeel samen zodat meerdere scholen op hun expertise beroep kunnen doen. Dat levert flinke efficiëntiewinsten op met de beschikbare middelen.
Maar bij het aantrekken van deze juridische, administratieve en technische profielen botsen scholen op de grenzen van de regelgeving. Omdat functies enkel binnen onderwijsambten bestaan, kunnen informatica-experten, boekhouders of juristen enkel marktconform verloond worden als ze een pedagogisch diploma hebben. Wie dat niet heeft, moet genoegen nemen met minder loon. Het gevolg is dat sterke profielen uit de privésector afhaken, en scholen waardevolle kandidaten verliezen die ze dringend nodig hebben.
De nood aan deskundige medewerkers neemt bovendien toe. Wet- en regelgeving wordt steeds complexer: btw-verplichtingen, asbestinventarisatie, aanbestedingsprocedures, fietsleasing, milieuwetgeving en rechtspersonenbelasting zijn slechts enkele recente voorbeelden.
Leen Wyseur, administratief directeur van SG Sint-Michiel in Roeselare, bevestigt: “Veel functies vallen onder knelpuntberoepen. Het huidige rechtspositiedecreet laat geen marktconforme verloning toe. Enkel binnen het ambt van leraar of ICT-coördinator kan anciënniteit uit de privésector deels erkend worden, en dan nog is een pedagogisch diploma vereist. Ervaren profielen haken af.”
“Scholen verdienen een eerlijke kans om aan de verwachtingen van de samenleving te voldoen. We vragen om een juridisch gelijk speelveld te creëren, zodat zij een volwaardig middenkader aan marktconforme voorwaarden kunnen aanstellen”, besluit Bruno Vanobbergen.