persbericht

Eindtermen: katholiek onderwijs vecht staatspedagogie aan bij Grondwettelijk Hof

vr 12 februari 2021
De eindtermen die het Vlaams Parlement gisteren goedkeurde, zijn een bedreiging voor de kwaliteit en de vrijheid van het onderwijs. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement gingen niet in op de ernstige kritiek van de Raad van State door de omvang en de gedetailleerdheid van de eindtermen drastisch terug te schroeven. Daarom besliste  de raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen om bij het Grondwettelijk Hof de vernietiging ervan te vragen. Ondertussen meldden zich een vijftigtal schoolbesturen om mee een procedure te starten. Ook VCOV, de koepel van ouderverenigingen van het vrij onderwijs, stapt mee naar het Grondwettelijk Hof.

Mgr. Johan Bonny, voorzitter van de raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen: “De grondwettelijke vrijheid van onderwijs garandeert schoolbesturen de ruimte om een eigen pedagogisch project vorm te geven. De eindtermen bezetten de volledige onderwijstijd, zodat leerlingen geen brede vorming meer krijgen, leraren vooral lijstjes zullen afvinken, en scholen hun unieke pedagogisch project verdrongen zien.”

Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen: “Er zijn te veel eindtermen en er is te weinig onderwijstijd om ze grondig te verwerven. Zo kunnen we geen kwaliteit bieden. Leerlingen zullen over alles nog iets leren, maar niets meer grondig.”

Georganiseerde niveaudaling in de klas: leerlingen zijn het grootste slachtoffer

sla link op in klembord

Deze eindtermen zijn onmogelijk nog minimumdoelen te noemen, hoewel ze dat wettelijk wel horen te zijn. Onder het mom van “ambitieuze eindtermen” kiest de Vlaamse overheid voor te veel en te gedetailleerde eindtermen, wat tot het omgekeerde effect leidt. Niemand is tegen ambitieuze eindtermen, maar met wat nu goedgekeurd is, ontbreekt de nodige tijd om kwaliteit en diepgang te verzekeren.

“Onderwijs is zoals hoogspringen. Het is niet omdat je de lat hoger legt, dat er spontaan meer mensen over geraken. Dat kan enkel wanneer er voldoende oefentijd is en een goede begeleiding voorzien wordt”, zegt Lieven Boeve.

Omdat de eindtermen alle onderwijstijd innemen, zal er geen tijd meer zijn voor specifieke noden van leerlingen. Dat betekent dat er nauwelijks ruimte is voor het ondersteunen van leerlingen die meer tijd nodig hebben om de eindtermen te behalen (remediëren) en voor het verbreden van het aanbod om nieuwe dingen te ontdekken (differentiëren). Het bijkomend uitdagen van leerlingen die meer aankunnen (excelleren), zal ook niet langer mogelijk zijn. Zo ontnemen we onze toppresteerders de kans om uit te blinken. Dat leidt tot een verschraling en nivellering van ons onderwijs.

Deze eindtermen verwarren kwaliteit met kwantiteit: het is niet omdat je heel veel leerinhouden oppervlakkig aan bod brengt, dat je daarmee kwaliteit realiseert. De nieuwe eindtermen hebben onvoldoende aandacht voor de grote verscheidenheid van de leerlingen. Dat demotiveert leerlingen en leraren en leidt tot meer jongeren zonder diploma, wat nefast is voor de jongere én de hele samenleving.

Scholen worden gedwongen tot eenheidsworst

sla link op in klembord

Vandaag kunnen scholen accenten leggen door een aantal vrije uren zelf in te vullen. Dat komt ernstig in het gedrang. Een richting Grieks-Latijn zal voor de cognitief sterkste leerlingen geen mogelijkheid meer hebben om zes uur wiskunde aan te bieden. In Latijn-wiskunde blijft slechts één vrij uur per jaar voor esthetica, Duits of extra wiskunde. Humane wetenschappen in de derde graad houdt van tien vrije uren er slechts twee over. De kunstleraren trekken aan de alarmbel omdat artistieke vorming in geen enkele studierichting een volwaardige plaats krijgt, hoewel we dat wel beoogden.

Leerlingen in domeingebonden doorstroomrichtingen (tso vandaag) als Technologische wetenschappen, Biotechnische wetenschappen of Bedrijfswetenschappen zullen zes uur minder specifieke vorming (zoals wiskunde en toegepaste fysica) krijgen dan vandaag. Ook in arbeidsmarktgerichte studierichtingen (bso) resten er onvoldoende lesuren specifieke vorming.

De eindtermen in een aantal grotere vakken als wiskunde, natuurwetenschappen, Nederlands, Engels en Frans zijn geschreven op aso-niveau en identiek voor de domeingebonden (tso/kso) en domeinoverschrijdende (aso) studierichtingen. Het resultaat is dat de studierichtingen hun eigenheid verliezen. Een leerling Maatschappij- en welzijnswetenschappen moet hetzelfde wiskundeniveau behalen als een leerling in Technologische wetenschappen, terwijl die leerlingen duidelijk een ander profiel hebben.

Leraren worden uitvoerder van wat de overheid vraagt

sla link op in klembord

Scholen, lerarenteams en leraren krijgen geen ruimte of tijd om eigen keuzes te maken in wat aan bod komt en hoe ze het willen aanpakken. Eindtermen zouden maximaal 70 % van de onderwijstijd mogen innemen, waardoor minstens 30 % overblijft voor de brede vorming van de leerling, de inbreng van de leraar en het pedagogisch project van de school. Nu nemen de eindtermen alle onderwijstijd in en in sommige gevallen overschrijden ze die.

Eindtermen die onderwijsverstrekkers onvoldoende ruimte geven om zelf doelen toe te voegen, zijn geen minimumdoelen, maar vormen een volledig onderwijsprogramma. Staatspedagogie dus. En dat kan niet volgens de Belgische grondwet: daaraan herinnerde de Raad van State in zijn advies over de nieuwe eindtermen.

De kracht van het katholiek onderwijs zijn de verschillende onderwijsprojecten, zodat ouders en leerlingen de school en richting kunnen kiezen die het best bij de leerling past. Wanneer eindtermen niet langer minimumdoelen, maar een volledig onderwijsprogramma maken, kunnen we dat verschil niet meer maken. En daar gaat de vrijheid van onderwijs nu precies om.

“In weerwil van hoe sommigen dit debat voeren, overstijgt deze zaak voor ons de politieke polemiek. Politici zien veel te weinig in dat de eindtermendiscussie voor het vrij onderwijs een existentiële zaak is”, zegt Lieven Boeve.

De eindtermen schrijven zelfs voor volgens welke methodiek leraren de leerinhouden in de klas moeten aanbrengen. De leraar die lesgeeft uit passie en expertise wordt gedegradeerd tot louter uitvoerder van wat de overheid vraagt.

“De beste leraar geeft les uit passie en expertise. Die wordt nu gedegradeerd tot louter uitvoerder van wat de overheid vraagt. Wie wil nog leraar worden met deze eindtermen?”, vraagt Lieven Boeve zich af.

Knutselwerk in de marge om vermijdbare problemen op te lossen

sla link op in klembord

Op basis van het advies van de Raad van State bezorgden we de minister een nieuw voorstel om aan de bezwaren tegemoet te komen. De minister ging er niet op in en koos voor enkele symbolische aanpassingen die het probleem op geen enkele manier verhelpen. Ook de bijkomende amendementen die het Vlaams Parlement goedkeurde, pakken het probleem niet ten gronde aan.

De doorgevoerde wijzigingen hebben geen impact op de ingenomen onderwijstijd en de pedagogisch-didactische sturing, maar doen in tegendeel de complexiteit nog toenemen. We staan nu nog verder van de decretale vereiste om eindtermen te formuleren als ‘sobere set van duidelijke, ambitieuze minimumdoelen’.

De beslissing om een praktijkcommissie op te richten die de haalbaarheid van de eindtermen bij de implementatie ervan moet nagaan is “too little, too late”. Meer nog: het bevestigt dat ook de betrokken politici inzien dat er een probleem is met de nieuwe eindtermen. Leraren en leerlingen worden als proefkonijnen het veld ingestuurd met eindtermen waarvan berekeningen reeds duidelijk aantoonden dat ze te uitgebreid zijn. Waarom dan niet vooraf ingrijpen, zoals we al herhaaldelijk aangekaart hebben?

Hoe ziet de toekomst eruit?

sla link op in klembord

Vanavond besloot de raad van bestuur van Katholiek Onderwijs Vlaanderen formeel om een verzoekschrift in te dienen bij het Grondwettelijk Hof om het decreet te schorsen en vervolgens ook te vernietigen. Een vijftigtal schoolbesturen, representatief voor het hele katholieke onderwijsveld, liet al weten dat zij mee willen intekenen. Gezien de urgentie en het maatschappelijk belang van dit dossier, vertrouwen we erop dat een uitspraak ruim voor de start van het volgende schooljaar volgt.

Hoe dan ook is de overheid opnieuw erg laat met het goedkeuren van eindtermen die het volgende schooljaar moeten ingaan. De onderwijsverstrekkers willen tijdig kwaliteitsvolle leerplannen voorzien, leraren inwerken in de nieuwe leerplannen en scholen moeten afspraken maken met schoolteams over de invulling van de lessen.

We hebben onze ontwerpleerplannen eind december aan de scholen bezorgd met een disclaimer met onze bezwaren. We ontvingen sindsdien heel wat ongeruste signalen uit het onderwijsveld die onze bedenkingen bevestigen. Indien het Grondwettelijk Hof besluit de eindtermen te vernietigen, kunnen we op korte termijn werk maken van een overgangsregeling, zodat schoolteams de modernisering van het secundair onderwijs kunnen verderzetten. Dat geeft de onderwijspartners dan de tijd om een grondige versobering door te voeren.

“Sowieso pleiten we, uit respect voor onze directeurs en leraren, voor een overgangsregeling voor volgend jaar, want de eindtermen zijn veel te laat goedgekeurd om een vlotte implementatie vanaf 1 september te kunnen garanderen”, besluit Lieven Boeve.

Getuigenissen en contactgegevens directeurs, bestuurders en koepel van ouderverenigingen

sla link op in klembord

“Niemand heeft bezwaren tegen het feit dat de lat hoog moet liggen in het onderwijs. Niemand heeft iets tegen kwaliteitsvol onderwijs voor alle leerlingen. Maar in plaats van dit met een overdaad aan eindtermen na te streven, durf ik hier toch de stelling ‘Less is more’ te promoten. Door het strakke pakket eindtermen dat momenteel op tafel ligt, vult de minister de volledige agenda van de leerkrachten en dat getuigt van weinig vertrouwen in de professionals op het werkveld.”

Els Claes, gedelegeerd bestuurder zusters Annuntiaten Heverlee

“Voor onze buitengewone leerlingen is het erg belangrijk dat er naast de eindtermen nog voldoende ruimte is voor specifieke ondersteuning. Ook vanuit ons opvoedingsproject, ons engagement voor deze jongeren en onze specifieke expertise vinden we deze vrijheid heel belangrijk, zodat elke jongere kan excelleren.”

Josian Caproens, Voorzitter vzw Sint-Gerardusscholen Diepenbeek

“De hoeveelheid en de diepgang van de geplande eindtermen zetten de belangen van drie partijen op de helling: van leerlingen, leerkrachten en scholen. Deze eindtermen zullen leiden tot een toenemende ongekwalificeerde uitstroom, demotivatie bij leerkrachten en een dalende onderwijskwaliteit. Of hoe een ideologische strijd elke pedagogische wijsheid in de weg kan staan.”

Thierry Godefroidt, dagelijks bestuurder Katholiek Secundair Onderwijs Oudenaarde

"Ik ben ervan overtuigd dat je leerlingen niet kan enthousiasmeren, laat staan passioneren, door ze vol te proppen met allerlei kennis zonder hen tijd te gunnen om naar de diepte te gaan, om de leerstof te leren 'smaken'. In die zin vormen de gedetailleerdheid en vooral de omvang van de nieuwe set eindtermen een bedreiging voor een belangrijke hoeksteen van ons opvoedingsproject, dat kwaliteit en diepgang verkiest boven kwantiteit en oppervlakkigheid."

Frederik Van Rampelberg, directeur Sint-Jozefscollege Aalst, namens de jezuïetencolleges

“Hoeveel uur per week krijgt Kevin De Bruyne keeperstraining?”

Sam Heyerick, directeur VTI Deinze

“Met de uitbreiding van de eindtermen wordt de illusie gewekt de onderwijskwaliteit te kunnen verhogen. Het tegendeel zal zijn. Leraren worden immers uitvoerders die vinkjes zetten zodat ze ‘in orde zijn’. Het is dan niet langer mogelijk vanuit hun meesterschap te remediëren of te verdiepen op maat van de leerling. Het effect hiervan is nivellering van ons onderwijs. De échte kwaliteit zit in de ruimte voor scholen om binnen hun context en voor hun specifieke leerlingen hun pedagogische project waar te maken.”

Tom Cox, coördinerend directeur Scholengemeenschap Sint-Quintinus Hasselt-Stevoort-Zonhoven

“Er is onvoldoende ruimte vrij om een eigen pedagogisch project te realiseren dat de creativiteit van leraren laat inspelen op de diversiteit van de leerlingen in de verschillende onderwijsvormen. Het huidig aangereikte model eindtermen is een keurslijf dat veel te strak is voor heel veel leerlingen.”

Will Verniest, voorzitter vzw Karel de Goede, Brugge

“Het Katholiek Secundair Onderwijs van Mol beschouwt het als haar verdomde plicht om steeds op te komen voor al haar leerlingen en zeker voor de zwakkeren!”

Theo Gorssen, coördinerend directeur Katholiek Secundair Onderwijs Mol

“Scholen moeten voldoende vrije ruimte hebben in hun lessenroosters om de deskundigheid en de creativiteit van hun mensen aan bod te laten komen. Zo krijg je een rijk scala aan verschillende scholen en pedagogische projecten. Die verscheidenheid is een basisvoorwaarde voor een vrije schoolkeuze voor ouders en leerlingen en komt bovendien de kwaliteit van ons onderwijs ten goede. En ruimte voor zowel het extra ondersteunen als het hoger tillen van leerlingen is daarin een grote meerwaarde.”

Jos Vaesen en Hugo Knaepen, algemeen voorzitter en gedelegeerd bestuurder van VCOV (Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen)

“De hoeveelheid nieuwe eindtermen knabbelt aan het pedagogisch project van een school. De eindtermen STEM en wetenschappen wegen op de taalvakken, en ook op alle andere talige vakken. Hetgeen binnen onze school, in grootstedelijke context, op zich eveneens al een uitdaging op zich is.”

Sabine Verheyden, directeur Lutgardiscollege Oudergem

“De richting Industriële Wetenschappen wordt door de nieuwe eindtermen gekortwiekt in haar specifieke vorming, waardoor de succesvolle geïntegreerde aanpak binnen het STEM-domein niet meer hetzelfde kwaliteitsniveau zal halen. De slaagcijfers in het hoger onderwijs zullen dalen. De bso-STEM-studierichtingen worden zodanig afgekalfd in hun core business dat de motivatie, interesse en prestaties van de leerlingen wordt ondermijnd, de schooluitval nog meer toeneemt en we nog minder gegeerde technische beroepsprofielen zullen kunnen aanbieden op de arbeidsmarkt.”

Eric Bogaerts, directeur Don Bosco Helchteren

“Met de nieuwe eindtermen is de overheid duidelijk overgestapt op de buffetvorm: een overvloedig aanbod, te veel om alles te smaken tenzij je een indigestie beoogt. Beter had men een à la carte 3-gangenmenu (kennis - vaardigheden – attitudes) voorbereid dat door de leraar-kok kan geschikt en gepresenteerd worden zodat het voor iedereen verteerbaar blijft.”

Lieve Caluwaerts, directeur Sint-Donatusinstituut Merchtem

“Ik heb geleerd dat je moet kunnen loslaten als je vertrouwen wil geven. Dat wil niet zeggen dat je leerkrachten aan hun lot moet overlaten, maar wel dat je hen ruimte geeft om met zorg voor de leerling en met passie voor je vak leraar te mogen zijn. De huidige hoeveelheid eindtermen laat dat niet toe en is geen garantie voor kwaliteitsvol onderwijs.”

Myriam Devriendt, directeur van VTI Prizma Izegem

“De experten schreven de eindtermen, maar coördinatie over het werk van deze commissies werd over het hoofd gezien. De haalbaarheid werd niet getoetst. Dit alles resulteert in een overladen geheel dat sterk afwijkt van minimumdoelen waarvoor eindtermen staan.”

Griet Blondiau, algemeen directeur Katholiek Onderwijs Brussel Annuntiaten

“De eindtermen leunen sterk aan bij een staatsideologie die bovendien uitgaat van de maakbaarheid van de mens. Het katholiek onderwijs bewijst al eeuwen dat ze zorgt voor kwaliteit op elk niveau van vorming: geest, hart en denken. Nu neemt men de ruimte af om de eigenheid van de school uit te dragen. Erger nog, de leerkrachten worden de ruimte tot creativiteit en ‘zinvol tijdverliezen’ door hun omgang met de leerlingen, ontnomen. De verborgen doelstelling van dat alles is om alle onderwijsnetten in één mal te drukken. Dat is de vrijheid van onderwijs afnemen en het is juist in die vrijheid dat persoonlijke talenten gedijen. Het is een aanslag op de creativiteit.”

Koen Seynaeve, coördinerend directeur Scholengemeenschap voor katholiek secundair onderwijs Sint-Donaas Brugge

“Door de lat hoger te leggen zonder oog te hebben voor leerlingen die het moeilijk hebben, fnuik je de droom van vele buitengewone leerlingen om een diploma beroepsonderwijs te behalen.”

Frederik Van Cauwenberge, directeur Cardijnschool Anderlecht

“Leerlingen die op 18 jaar willen gaan werken, moeten goed opgeleide vakspecialisten zijn. Dat vereist oefening en dus tijd voor oefenen. Door een overdaad aan algemene eindtermen blijft er veel te weinig tijd over om deze leerlingen tot toppers te maken … net waar ze zelf ook zo naar uitkijken."

Peter Pollefoort, directeur Instituut Mariawende-Blydhove, Brugge