In het voorjaar van 2021 stelden meer dan 100 schoolbesturen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen een beroep tot vernietiging in bij het Grondwettelijk Hof met de vraag om de nieuwe eindtermen voor de tweede en de derde graad te vernietigen. In een aantal eindtermenkranten (eerste eindtermenkrant, tweede eindtermenkrant, derde eindtermenkrant, vierde eindtermenkrant) verduidelijkten we waarom we die stap hebben gezet: de nieuwe eindtermen bedreigen de vrijheid en de kwaliteit van onderwijs omdat ze te uitgebreid, te gedetailleerd en te pedagogisch-didactisch sturend zijn.
Onze kritische analyse van de nieuwe eindtermen, waarin we diverse fundamentele problemen identificeerden, was onder meer gebaseerd op een eigen grondige studie van de nieuwe eindtermen en veelvuldig overleg met leraren, directies, besturen en experten hoger onderwijs. Om die analyse te kunnen toetsen aan de eerste concrete ervaringen op het terrein maken we thans – na een brede gerichte bevraging – een eerste voorlopige balans op na één semester in de gemoderniseerde tweede graad.
De bevraging levert genuanceerde, maar duidelijke resultaten op:
We zijn ons ervan bewust dat de start van de modernisering so in de tweede graad werd bemoeilijkt door het coronavirus en het lerarentekort, waardoor scholen en leraren een nieuw curriculum moesten vormgeven in bijzonder lastige omstandigheden. Desondanks zien we in de resultaten van deze bevraging, die gebaseerd zijn op de eerste concrete ervaringen van directies en leraren, in het werkveld een duidelijke bevestiging van de fundamentele problemen die we in het kader van het beroep tot vernietiging aankaarten met betrekking tot de nieuwe eindtermen – met name (o.m.) het gebrek aan ruimte voor het pedagogisch project van de school, het gebrek aan ruimte in het complementair gedeelte, problemen qua haalbaarheid van de algemene vorming voor bepaalde studierichtingen in de domeingebonden D-finaliteit, het gebrek aan ruimte voor het specifiek gedeelte van de D/A- en A-finaliteit, problemen qua haalbaarheid van de algemene vorming in de A-finaliteit ...
Zoals onze advocaten het vanmiddag voor het Grondwettelijk Hof verwoordden: “De ruimte voor scholen om te differentiëren, de ruimte voor leerkrachten om te remediëren, en de ruimte voor leerlingen om te excelleren wordt disproportioneel ingeperkt. Het bestreden decreet is bij uitstek een voorbeeld van pedagogische bureaucratisering, en het decreet dwingt leraren richting een ‘afvinkcultuur’. Leraren moeten in een tredmolen hele reeksen eindtermen afvinken, en krijgen geen ruimte meer om echt zelf creatief aan de slag te gaan met moderne ambitieuze leerdoelen.”
Een samenvatting van de voornaamste bevindingen en een meer uitgebreide analyse vind je in dit document.
Het open veld na elke vraag en aan het einde van de bevraging bevat een heel aantal interessante opmerkingen en suggesties die betrekking hebben op andere aspecten van de modernisering so en meer algemeen op het (secundair) onderwijs als zodanig. We nemen die opmerkingen en suggesties ter harte en gaan er waar mogelijk mee aan de slag.